| Transitieatlas | Niet ingelogd | Nieuw account | Inloggen

Bijeenkomst Duurzame initiatieven Drenthe 14 april 2011

Introtekst: 
Op 14 april organiseert de Natuur en Milieufederatie Drenthe een dinerbijeenkomst voor duurzame initiatieven in Drenthe. Deze bijeenkomst is de aftrap voor het nieuwe netwerk van duurzame initiatieven in Drenthe.
Hoofdtekst: 

In Drenthe gebeurt veel op het gebied van duurzaamheid: energiedaken, elektrische motoren, verpakking van biomaterialen, rijden op groen gas, passief bouwen, duurzaam recreëren noem maar op. Maar waar zitten deze initiatieven? En wie zijn er bij betrokken?

De Natuur en Milieufederatie Drenthe zet de initiatieven letterlijk op de kaart en organiseert inspirerende bijeenkomsten voor het netwerk van duurzame initiatieven. Op 14 april worden er verschillende presentaties gegeven vanuit het bedrijfsleven. Desso vertelt over zijn Cradle to Cradle aanpak, maar ook de Drentse bedrijven Watter en Green Meet*s doen hun verhaal. Tijdens een interview wordt verkend wat organisaties als TCNN, Kamer van Koophandel, Syntens, AgentschapNL, CODIN en de provincie Drenthe voor bedrijven met duurzame initiatieven kunnen betekenen.

Netwerken
Op deze avond gaan bedrijven ook zelf aan de slag. Er is volop gelegenheid om te netwerken. Twee interactieve elementen in het programma helpen daarbij: “Speed daten” en “Zet uzelf op de kaart”.

Digitale kaart
Tijdens deze avond wordt ook de digitale kaart “Duurzame initiatieven Drenthe” gepresenteerd. Op deze digitale kaart kunt u zien wie de duurzame initiatiefnemers in Drenthe zijn. Bent u ook een duurzame initiatiefnemer en staat u nog niet op de kaart? U kunt zich aanmelden via het online aanmeldformulier: http://www.nmfdrenthe.nl/NatuurenMilieufederatieDrenthe/Themas/Bedrijven...

Informatie dinerbijeenkomst
Wilt u zich aanmelden voor de dinerbijeenkomst? Dat kan door een email te sturen naar info@nmfdrenthe.nl, onder de vermelding “ Bijeenkomst duurzame initiatieven”. Geef in de email ook aan of u vis, vlees of vegetarisch wilt. De kosten voor deelname aan de bijeenkomst zijn 20 euro.

Meer informatie

 

Melle Koot Duurzaamste Ondernemer Groningen 2010

Introtekst: 
Melle Koot, meubel- en interieurontwerper, gedreven door Cradle-to-Cradle methodiek, is uitgeroepen tot de Duurzaamste Ondernemer 2010 van de gemeente Groningen. FC Groningen mocht de Aanmoedigingsprijs in ontvangst nemen. De jury heeft grote waardering voor de actieve ambassadeursfunctie die Melle Koot vervult voor andere bedrijven en de combinatie van verduurzaming van zijn eigen bedrijf. Melle Koot ontving de bijbehorende cheque van 20.000 euro vanmiddag uit handen van wethouder Ton Schroor van Economische Zaken.
Hoofdtekst: 

Melle Koot is sinds 2003 actief als interieurontwerper. In dat jaar nam hij, zelf toen nog actief als schipper op de Waddenzee, de timmerwerkplaats van Martin Hoogendoorn aan de Oosterhamrikkade over. Koot ontwikkelde snel een eigen stijl. Hij experimenteerde met het creatieve gebruik van afval, restmateriaal en natuurlijke stoffen. Koot raakte geïnspireerd door Michael Braungart en zijn integrale Cradle to Cradle-methodiek. C2C houdt in dat een bedrijf duurzaamheid in al zijn aspecten integraal probeert te implementeren binnen het bedrijf. Dat omvat productie, maar ook huisvesting, personeels-beleid, energiewinning, transport, contact met de consument en samenwerking met andere bedrijven. Melle Koot is niet alleen de eerste C2C-geaccrediteerde interieurontwerper, maar werkt als ambassadeur ook aan het verspreiden van de kennis over en bekendheid met C2C.

Afval als grondstof
Voorbeelden van zijn werk zijn de inrichting van het Duurzaamheidscentrum in de Openbare Bibliotheek aan de Oude Boteringstraat, de inrichting van de de foyer van het Grand Theatre en het project De Kei in Borger, een pand dat volledig volgens Cradle-to-Cradle principes ontwikkeld wordt en dat als voorbeeld dient voor andere bedrijven en organisaties. De zogenaamde Strandbak op Ameland daagt de strandbezoeker uit zijn afval daarin te gooien en dit afval vormt vervolgens de grondstof voor de volgende strandbak. Op de woonbeurs Wonen&Co in Martiniplaza komt op zijn voorstel een duurzaamheidslabyrint waarin de bezoeker met allerlei vormen van duurzaamheid wordt geconfronteerd zoals mosmuren, kurkvloeren, ledverlichting en tapijten van natuurlijke materialen.

Duurzaamheid ingebed in organisatie en stadion
Onder het motto ‘Groen voorbeeld doet groen volgen’ streeft FC Groningen naar een energie-neutraal en op termijn energieproducerende club. Met Energy Valley Top Club FC Groningen brengt de FC bovendien samen met partners duurzaamheid via evenementen en activiteiten op een aantrekkelijke manier onder de aandacht. De publicitaire waarde van voetbal in het algemeen en FC Groningen in het bijzonder geeft duurzaamheid zo een brede etalage.

De jury prijst het initiatief dat FC Groningen heeft genomen vanwege de forse ambitie, de strategische benadering en de unieke voorbeeldfunctie van dit type bedrijf voor een breed publiek. Daarbij combineert men duurzame maatregelen in eigen huis met het bieden van een uniek podium voor duurzaamheid aan een groot aantal marktpartijen.

(Bron: persbericht gemeente Groningen)

Fotografie: Lediy Studio Agency

 

Auping volledig Cradle to Cradle

Introtekst: 
Koninklijke Auping bv in Deventer kiest ervoor zijn bedrijfsprocessen volledig in te richten volgens het 'Cradle to Cradle'-principe (C2C). Auping stelt de eerste binnen de beddenbranche te zijn die produceert binnen een gesloten cyclus. Doel is om alle producten de komende jaren 100% recyclebaar te maken.
Hoofdtekst: 

Tegelijkertijd wil Auping nog duurzamer en kwalitatief hoogstaander te produceren. Ook de bouw van de nieuwe bedrijfslocatie van Auping in de omgeving van Deventer zal geheel verlopen volgens het C2C-principe. Voor de implementatie van de C2C-filosofie in de productieprocessen werkt Auping nauw samen met een van de grondleggers hiervan.

(Bron: Woonspot)

Lees verder op:

 

Drenthe krijgt kenniscentrum voor ontwikkeling duurzame kunststoffen

Introtekst: 
Stenden hogeschool, API Institute en Nuon realiseren een ‘kennisknooppunt’ voor de ontwikkeling van duurzame kunststoffen in Drenthe. Samen met de gemeente Emmen, de provincie Drenthe en het Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN) willen de partijen 2,1 miljoen euro investeren. Hiermee wordt een innovatieve ontwikkeling in gang gezet die van grote waarde is voor de sector chemie, het beroepsonderwijs en de werkgelegenheid in deze regio.
Hoofdtekst: 

Specialistische laboratoria

Stenden hogeschool, API Institute en Nuon beschikken alle drie over specialistische laboratoria en testfaciliteiten op het gebied van duurzame kunststoffen en kunststoftechnologie. Deze bevinden zich in Emmen op steenworp afstand van elkaar. Nauwe samenwerking tussen kennisinstellingen, bedrijven en de publieke sector zal naar verwachting grote voordelen opleveren.

In het Kennisknooppunt Duurzame Kunststoffen kan onder meer onderzoek worden gedaan naar vuilafstotende garens ten behoeve van ‘intelligente’ veiligheidsgordels. Ze zijn bijvoorbeeld in het donker fluorescerend zichtbaar, beschikken over een geïntegreerde hartslagmeting of ingebouwde microfoon.

Het kennisknooppunt kan bovendien helpen bij het oplossen van vragen uit het bedrijfsleven door het bieden van: deskundigheid, innovatie, onderzoekscapaciteit en scholing. Begin dit jaar denkt het bedrijfsleven al mee over de aanstelling van lectoren en de invulling van de nieuwe masteropleiding Toegepaste Duurzame Kunststoftechnologie.

Financiële bijdragen

De kosten van het project bedragen €2,1 miljoen. Het Samenwerkingverband Noord-Nederland (SNN) draagt €850.000,- bij, dit bedrag bestaat uit Europese (EFRO) en nationale (Koers Noord) gelden. Daarnaast hebben de provincie en de gemeente Emmen ieder €250.000,- cofinanciering beschikbaar gesteld. In februari neemt de gemeenteraad van Emmen hierover een definitief besluit. Van de gezamenlijkebedrijven wordt een even hoge bijdrage gevraagd. Stenden gaat de komende drie jaren gemiddeld €188.000,- per jaar beschikbaar stellen in de vorm van mensen en middelen.

Gedeputeerde Janny Vlietstra: "We hebben als provincie stevig ingezet om deze ontwikkeling van de grond te helpen. Drenthe ontwikkelt zich naar een kenniseconomie. Ook de sterke chemische industrie in Emmen biedt volop kansen. Innovatie en samenwerking tussen Stenden en de betrokken bedrijven brengt nieuw elan. Het kennisknooppunt wordt ongetwijfeld van groot belang voor de regio.”

Wethouder Arends van de gemeente Emmen: "Wij zijn als gemeente erg tevreden met de komst van het knooppunt duurzame kunststoffen. Het draagt bij aan de werkgelegenheid. Er komen meer banen, daarnaast zal er ook een aanzuigende werking zijn voor bedrijven die werken met duurzame kunststoffen. Meer hoogopgeleide mensen kunnen daardoor in de regio blijven wonen en werken. Naast een maakindustrie, ontstaat er nu ook een innovatieve kenniseconomie.”

Edward Groen, site manager van Teijin Aramid, één van de deelnemende bedrijven die de ‘letter of intent’ hebben ondertekend: "Dit initiatief ondersteunen wij omdat wij graag zien dat in de regio Emmen op het EIBP (Emmtec Industry and Business Park), naast productiefaciliteiten, ook partijen actief zijn op het gebied van kennis en ontwikkeling. Deze samenwerking is goed omdat de combinatie van brede kennis over duurzame kunststoffen gecombineerd met onderwijs tot mooie innovatieve duurzame producten en hoogwaardige processen kan leiden."

 

Kennisnetwerk Duurzaam Lijmen van start

Introtekst: 
Het Hechtingsinstituut TU Delft, Materials Innovation Institute M2i en Agentschap NL / programma Milieu & Technologie lanceren het Kennisnetwerk Duurzaam Lijmen. Hiermee willen de initiatiefnemers industriële MKB bedrijven stimuleren duurzaam te innoveren op het gebied van verlijmingen. Op donderdagmiddag 2 december vond de 1e succesvolle netwerkbijeenkomst plaats. Dinsdagmiddag 18 januari 2011 wordt deze bijeenkomst nogmaals gehouden.
Hoofdtekst: 

Het Kennisnetwerk Duurzaam Lijmen biedt een platform voor het delen van inhoudelijke kennis op het gebied van lijmtechnologie
en voor het leggen van relevante contacten. Meerdere malen per jaar zullen bijeenkomsten plaatsvinden.
Daarnaast wordt via het internet aan de leden uiteenlopende informatie geboden, bijvoorbeeld 'Best practices' op het gebied van lijmen,
verslagen van bijeenkomsten, presentaties, deelnemerslijsten, etc. Afhankelijk van de wensen van de deelnemers worden nieuwe initiatieven
binnen het kennisnetwerk ondernomen.

(Bron: CODIN LinkedIn groep)

Lees verder op:

 

Gemeenten Groningen en Heerenveen in de prijzen bij OVL-awards 2010

Introtekst: 
Tijdens het goed bezochte Klimaatcongres 2010 in de Fabrique in Maarsen heeft de Taskforce Verlichting gisteren de OVL-awards uitgereikt. De gemeenten Groningen en Heerenveen en de provincie Gelderland ontvingen de awards vanwege de bijzondere inzet en resultaten op het gebied van energiebesparing in de openbare verlichting en het terugdringen van lichthinder.
Hoofdtekst: 

De awards werden uitgereikt door Rob Metz, voorzitter van de projectgroep Openbare Verlichting van de Taskforce Verlichting en tevens juryvoorzitter. Metz: "We zijn zeer te spreken over de inzet van de Nederlandse gemeenten en provincies. Nederland behoort tot de meest verlichte landen ter wereld, maar uit onderzoek blijkt jaar na jaar dat we vorderingen maken. Steeds meer gemeenten en provincies zijn actief bezig met energiebesparing en het terugdringen van lichthinder en ook de energiebesparingsdoelstellingen worden steeds ambitieuzer."

De gemeenten Groningen, Heerenveen en de provincie Gelderland laten goed zien wat er allemaal mogelijk is als het gaat om energiebesparing in de openbare verlichting, aldus Rob Metz. "Ze ontvangen de awards als beloning en ter inspiratie van andere gemeenten en provincies."

De gemeente Groningen werd verkozen tot winnaar in de categorie grote gemeenten (> 80.000 inwoners). De gemeente heeft bijna 20% energie bespaard door verlichting te dimmen. Daarnaast heeft de gemeente een nieuwe dimmer laten ontwikkelen om nog meer energie te kunnen besparen. De dimmer is bijzonder omdat hij vijf dimstanden heeft en op elk moment ingeschakeld kan worden. De dimmer is inmiddels in productie genomen en wordt nu ook door andere gemeenten ingezet.

Heerenveen is winnaar in de categorie gemeenten kleiner dan 80.000 inwoners. Ook deze gemeente heeft al veel bespaard en is bovendien bewust - en met succes - afgeweken van de landelijke richtlijnen voor verlichting. Daarmee heeft de gemeente er mede voor gezorgd dat deze richtlijnen thans worden herzien. Ook is Heerenveen initiatiefnemer van de Light Challenge, een wedstrijd waarin studenten worden uitgedaagd om innovatieve en energiezuinige verlichtingsoplossingen te ontwerpen.

(Bron: Nieuwsbrief Energie & Gebouwde Omgeving)

Lees verder op:

 

Groningse bouwers recyclen beton

Introtekst: 
Groningse aannemers, architecten, betonproducenten én ambtenaren slaan de handen ineen om de bouw duurzamer te maken. De eerste stap: meer gerecycled beton. Beton is een van de meest gebruikte bouwmaterialen. Mede door het transport van grind en zand, bestanddelen van beton, is het milieubelastend.
Hoofdtekst: 

Nu schrijven architecten steeds meer het gebruik van gebroken sloopbeton(betongranulaat) voor en geeft de gemeente voorlichting over de voordelen van kringloopbeton. Dit project is een van de eerste initiatieven om de Groningse bouwsector duurzamer te maken. “Het mooie van deze samenwerking is dat het voor alle partijen relatief kleine acties zijn die zonder beroep op subsidie en in korte tijd gerealiseerd kunnen worden, maar die bij elkaar een grote impact hebben”.

(Bron: Metro 11-11-2010)

Download de pdf hier, of lees verder op:

BijlageGrootte
101111_metro_-_betonketenoverleg_groningen.pdf202.11 KB
 

C2C-koplopersgroep "Cradlekring Noord" van start

Introtekst: 
Tijdens de Promotiedagen in Groningen start het nieuwe koplopersnetwerk "Cradlekring Noord". Deelnemers zijn 15 Noordelijke bedrijven met uitgebreide ervaring in duurzaam ondernemen en producten die de C2C-status benaderen. De deelnemers willen tempo maken met duurzame innovatie en zoeken elkaar op voor kennisuitwisseling en commerciële samenwerking.
Hoofdtekst: 

Deelnemers aan Cradlekring Noord zijn: Pezy (industrieel ontwerp, Groningen), Schilders de Vries (schilderwerken, Groningen, Drachten en Assen), DHV (ingenieursbureau, Groningen), Melle Koot (houten meubels, Groningen), Flim Architecten (Groningen), Van Gansewinkel regio Noord (Afvaldiensten en grondstoffenproductie, Drachten, Hoogeveen, Groningen en Ter Apel), Van Genne (drukkerij, Hoogeveen), Hunesus (adviesbureau, Borger), VDM (woningbouw, Drachten), Icopal (dakbedekking, Hoogkerk), Van Wijnen Groningen (bouw), Ecostyle (tuinproducten, Appelscha), Lefier Ontwikkelbedrijf (woningbouw, Groningen), Hempflax (vezelhennep, Oude Pekela), Groningen Seaports (havens en bedrijventerreinen, Delfzijl en Eemshaven).

Cradlekring Noord ontstaat op initiatief van Martin Smit, directeur van duurzaam adviesbureau Hunesus in Borger en medeoprichter en lid van de CODIN initiatiefgroep. Smit: "Cradlekring Noord is er voor de voorhoede van duurzame innovatie in het Noorden. De lat ligt dan ook hoog. Wie zich wil aanmelden moet uitgebreide ervaring hebben met MVO en duurzame innovatie, cradle-to-cradle hebben verankerd in zijn bedrijfsvoering en aantoonbaar projectmatig met de cradle-to-cradle principes aan de slag zijn. Alle deelnemers hebben een authentieke intentie richting cradle-to-cradle."

Alhoewel cradle-to-cradle het richtpunt is, is C2C-certificatie geen eis aan de deelnemers. C2C-merkeigenaar EPEA in Hamburg steunt echter het nieuwe Cradlekring Noord en adviseert bij de opbouw van het netwerk. EPEA kan via Cradlekring Noord ook eenvoudig worden ingeschakeld en bij productontwikkeling en certificatievoorbereiding.

Syntens gaat Cradlekring Noord begeleiden. Er wordt ingezet op de vorming van kennisclusters, op contacten met kennisinstellingen en gespecialiseerde partners, en op benutten van subsidiemogelijkheden. Syntensadviseur Pieter Diphoorn: "Duurzaamheid is een complex onderwerp waar veel kennis aan te pas komt, je doet het er niet zomaar even bij. Via Syntens kunnen deelnemers gemakkelijk in contact komen met andere pioniers, onderzoekers en specialisten. Dat geeft een vliegwieleffect."

"Cradle Kring Noord" was tot een jaar geleden de werktitel van CODIN. CODIN ontwikkelt zich inmiddels tot een breed netwerk voor alle bedrijven en instellingen die willen bijdragen aan een duurzame economie, het 'peloton'. Het nieuwe Cradlekring Noord spitst zich in dat verband toe op de koplopers, en krijgt daarmee een gidsfunctie in het Noorden en ook voor CODIN. CODIN-projectleider Peter Bootsma: "De totstandkoming van het koppel CODIN en Cradlekring Noord is een belangrijke stap voor duurzame innovatie in de regio. Ieder bedrijf en iedere instelling kan zich nu aansluiten, en voor de echte koplopers is er nu een doorgroei mogelijk naar een eigen platform en een eigen etalage."

De aftrap van Cradlekring Noord vindt plaats op woensdag 3 november, 16:30 bij de “KeiStand” (6203 t/m 6208) op de Promotiedagen in Groningen. Er wordt een samenwerkingsdocument ondertekend en er is gelegenheid om met de deelnemers kennis te maken. Christiaan Teule, adviseur bij de Natuur- en Milieufederatie Drenthe en lid van de CODIN initiatiefgroep: "Als CODIN steunen we dit nieuwe netwerk van harte. Het brengt versnelling in de beweging naar een duurzame economie, en biedt nieuwe mogelijkheden om duurzame ketens in het Noorden in beeld te brengen. Ik noem maar even vezelhennep, dat hier in de regio verbouwd wordt en aan een opmars bezig is als duurzaam bouwmateriaal. Daar zijn meerdere deelnemers van Cradlekring Noord bij betrokken.".

 

Cradle-to-Cradle certificaat goed voor omzetgroei

Introtekst: 
Een C2C-basiscertificaat blijkt voor veel producten haalbaar te zijn en levert ondernemers een flinke omzetgroei, maar voor veel kleine bedrijven is het op dit moment nog kostbaar. Dat werd duidelijk tijdens de workshop Atelier C2C certificatie, die op woensdag 22 september in Leek werd georganiseerd. Bijna vijftig noordelijke ondernemers en specialisten hebben zich die middag verdiept in certificatie van duurzame producten. De inleiding werd verzorgd door Cradle-to-Cradle specialisten van EPEA uit Hamburg. De opening werd bijgewoond door de Urgenda regiotour.
Hoofdtekst: 

Certificatie van duurzame producten is een onderwerp in opkomst. Er bestaan al tientallen keurmerken voor biologische voedingsmiddelen, fair trade producten, duurzaam bouwen, etc. Cradle-to-Cradle certificatie (C2C) van producten is één van de topmerken hierin, omdat het zware eisen stelt aan materiaalkeuze, energiegebruik, productieproces, ketensamenwerking en bedrijfsorganisatie. Uitgangspunt bij C2C-certificatie is dat een product na gebruiksduur milieuveilig composteerbaar is en als grondstofbron kan dienen voor nieuwe producten. Bedrijven die het certificaat mogen voeren, melden omzetstijgingen in dubbele cijfers. Er zijn wereldwijd al honderden producten met een C2C-certificaat, maar Noord-Nederland kent nog geen gecertificeerde producten.

Bonbons certificeren
De inleiders uit Hamburg, Erik van Buuren en Sonja Rickert-Kruglov, naaste medewerkers van grondlegger Michael Braungart, kregen voor aanvang van de workshop al een sprekerspresentje. Dagvoorzitter Peter Bootsma van CODIN daagde ze uit om eens uit te rekenen wat certificatie van de duurzame doos bonbons zou kosten, geleverd door bonbonatelier Schlaman in Groningen. Het antwoord, ruim 15.000 euro, viel het publiek niet mee. De discussie spitste zich toe op de vraag hoe die kosten omlaag kunnen. CODIN en enkele ondernemers gaan hierover in gesprek met EPEA.

Impuls
Het atelier werd georganiseerd door CODIN, het economie-brede Contactnet Duurzame Innovatie Noord-Nederland. CODIN is tevreden over de impuls die van de bijeenkomst uitgaat. In het verlengde van dit atelier wordt er met twaalf Noordelijke bedrijven verder gewerkt om de eerste C2C certificatie in de regio binnen te halen. Dit project wordt mede mogelijk gemaakt door de Noordelijke provincies vanuit het programma Leren voor Duurzame Ontwikkeling (LVDO). Het atelier wordt bij voldoende belangstelling herhaald, belangstellenden kunnen zich bij CODIN melden. Het atelier vond plaats in het informatiecentrum van Nienoord in Leek. Het centrum was door de gemeente Leek beschikbaar gesteld en de bijeenkomst werd geopend door wethouder Meindert Bouma. Leek heeft een actief duurzaamheidsbeleid wat onder andere heeft geleid tot de duurzaam gebouwde woonwijk Oost-Indie.

Bezoek van Urgenda regiotour Groningen
De opening van het atelier werd bezocht door de Urgenda regiotour Groningen. Urgenda is een landelijk werkende stichting die de transitie naar een duurzame economie wil versnellen, onder andere door duurzame projecten in de publiciteit te brengen.

Het CODIN-project "C2C-productontwikkeling", waar dit atelier deel van uitmaakt, wordt financieel mogelijk gemaakt door de provincies Friesland, Groningen en Drenthe in het kader van het programma "Leren voor Duurzame Ontwikkeling" (LVDO).

 

AkzoNobel investeert 25 miljoen in nieuwe zoutfabriek Delfzijl

Introtekst: 
AkzoNobel neemt woensdag 8 september een nieuwe zoutfabriek in Delfzijl in gebruik. De uitbreiding van de productiecapaciteit valt samen met de omschakeling van alle zoutfabrieken op de locatie Delfzijl naar een nieuwe generatie industriezout.
Hoofdtekst: 

Toevoeging van het biologisch afbreekbare mTA, een verbinding van ijzer en wijnsteenzout, vermindert het energieverbruik en de CO2-uitstoot van de chloorindustrie en voorkomt het klonteren van zout.

(Bron: GIC)

Lees verder op:

 
Socials