| Transitieatlas | Niet ingelogd | Nieuw account | Inloggen

Taakdemocratie

Samenvatting

De urgentie van duurzame ontwikkeling is al vijftig jaar bekend maar de samenleving en met name de politiek reageert structureel te weinig en te laat. Dat is niet alleen omdat er voortdurend politieke compromissen gevonden moeten worden, het heeft ook een systeemoorzaak. Die is dat offers vragen in de politiek stemmen kost, met name als het gaat om offers voor de verre toekomst of voor mensen ver weg. Alle politieke stromingen reageren hierop door zo weinig mogelijk offers te vragen. Dit collectief wegkijken veroorzaakt een ‘normaal’, een blinde vlek, een structurele handelingsonbekwaamheid.

Bij de vereniging Noorden Duurzaam ontwikkelen we theorie en praktijkconcepten bedoeld als instrument om dit systeemprobleem bij de wortel aan te pakken. We begeleiden experimenten hiermee en delen kennis hierover. Inspiratie vinden we onder andere in het 13e eeuwse bestuursmodel van de waterschappen. Dat werkt met geborgde zetels voor maatschappelijke geledingen (in plaats van zetelconcurrentie door ideologische stromingen).

Voor de waterveiligheid waren destijds drie geledingen nodig: de boeren want die moesten de waterwegen open houden, de dorpelingen want die waren nodig bij het bouwen van dijken, en de stedelingen want die konden het project betalen. In het waterschapsbestuur kregen ze vaste zetels, want als door concurrentie een van de drie zou wegvallen, zou alles ten onder gaan. Dit model, waarin maatschappelijke geledingen niet-concurrerend samenwerken en complementaire taken verdelen, duiden we aan als ‘taakdemocratie’.

Taakdemocratie lijkt geboden als het kale voortbestaan van de samenleving op het spel staat. Dus als alles en iedereen gemobiliseerd moet worden, zoals bij de 13e eeuwse watersnoodrampen. Is die druk er niet en kan een grootschalige samenleving zich verdeeldheid permitteren dan ontstaat ruimte voor een politiek systeem waarin partijen zich onderscheiden op ideologie. Die situatie ontstond voor het eerst in de moderniteit. Die bracht de industriële revolutie voort, toen de sociale kwestie, en vervolgens de liberale democratie. Deze vorm van democratie kunnen we in contrast met de taakdemocratie ook aanduiden als ‘ideedemocratie’.

Terwijl taakdemocratie van pas komt bij harde noodzaken, is ideedemocratie een luxe, een mooi systeem voor als er welvaart te verdelen valt zoals in grote delen van de 20e eeuw. We zitten echter inmiddels in de opkomende mondiale duurzaamheidscrisis van de 21e eeuw, die existentieel wordt voor de beschaving als we onvoldoende transitie in gang zetten. De luxe van verdeeldheid kunnen we ons dus steeds minder permitteren. Bovendien werkt ideedemocratie onder hoge druk minder goed: bij urgente verandernoodzaak, zeker als die offers vraagt, fragmenteert en polariseert het politieke spectrum en ontstaan destructieve en autocratische protestbewegingen. Willen we vasthouden aan democratie dan is tijdig bijschakelen van taakdemocratische bestuursvormen, waarin ideologie van ondergeschikt belang is, een logische stap.

Welke maatschappelijke geledingen hebben complementaire taken bij duurzaamheidstransities? Bij Noorden Duurzaam komen we niet op drie geledingen uit maar op vijf:

  • de wetenschap want die maakt urgentie zichtbaar en kan richting geven;
  • de burgers want die kunnen hun leefstijl aanpassen;
  • de overheid want die kan regels stellen, prijsbeleid voeren en voorlichten;
  • de bedrijven want die kunnen duurzaam innoveren en sociaal ondernemen;
  • de voorzieningen (onderwijs, zorg, sport, cultuur, levensbeschouwing) want die kunnen de mensen inspireren, kwalificeren en includeren.

In deze vijfdeling zijn alle taken onmisbaar én uniek. Zo ontstaat een basis voor samenwerking.

Taakdemocratie kan, nog altijd in theorie, vorm krijgen in ‘transitiekamers’ waarin de vijf geledingen elk 20% van de spreektijd en het stemrecht hebben. Transitiekamers zijn denkbaar op elke ‘etage’ van het huis van Thorbecke en bovendien op de eveneens denkbare ‘begane grond’ van de dorpen en de wijken. Transitiekamers zijn in dit beeld geen organen in het maatschappelijk middenveld maar zijn parlementair, bijvoorbeeld als tweede kamer van de gemeenteraad.
Een transitiekamer heeft drie kerntaken:

  • Kwesties: democratisch prioriteren van urgente duurzaamheidsproblemen;
  • Campagnes: ontwikkelen en uitvoeren van maatschappijbrede acties om de gevonden topkwesties aan te pakken;
  • Statistiek: meten van trends en van de effectiviteit (impact) en efficiëntie van campagnes.

De maatschappijbrede campagnes die zodoende op de agenda komen zijn hefbomen voor transitie. Ze ontstaan door vanuit de transitiekamer een werkgroep, commissie of projectgroep aan te wijzen waarin opnieuw de vijf geledingen vertegenwoordigd zijn. Deze werkgroep ontwerpt de campagne voor de meegegeven kwestie, door brainstorm over campagnebijdragen vanuit de geledingen en door zoeken naar synergie en synchroniteit tussen die bijdragen. Zo ontstaat een overtuigend campagneplan dat aan de achterban kan worden voorgelegd en dat bij voldoende draagvlak van start kan gaan. Bij voorkeur tijdens een officieel startmoment met prominenten en pers.

Praktijkexperimenten met taakdemocratie zijn in de huidige fase van theorievorming nog slechts deeltoepassingen, bijvoorbeeld in rollenspelen, ketenverduurzaming of kleinschalige gebiedsontwikkeling. De vijf geledingen zijn daarbij altijd in beeld maar doorgaans niet in de volle breedte. Bijvoorbeeld niet de hele non-profit maar alleen het beroepsonderwijs, en niet alle burgers maar allen consumenten van een bepaalde productsoort, niet alle wetenschap maar slechts enkele disciplines.

Meer over taakdemocratie:

De Transitieatlas

De Transitieatlas geeft duurzaamheidstransities in Nederland weer in een nationale kaart en in detailkaarten tot op buurtniveau. De kaarten bevatten redactionele inhoud en bijdragen van initiatiefnemers, netwerken en overheden. Elke kaart heeft een uitgever die bepaalt wie de redactie doet, en een redactie die inhoud toevoegt en zelfmeldingen vrijgeeft.
De kaarten laten zien:

  • linksboven de politiek: representatieve netwerken, parlementen en bestuurscolleges;
  • rechtsboven de gebiedsbrede campagnes 'van bovenaf' voor onderzoek, bewustwording, omslagen en consolidatie;
  • linksonder de samenleving: personen, bedrijven, instellingen en collectieven;
  • rechtsonder de initiatieven 'van onderop'.

De Transitieatlas dient drie doelen:

  • Adresboek. Samenleving, initiatieven, politiek en campagnes worden vermeld met hun webadres en eventuele andere gegevens. Het doel is om transities transparanter en overzichtelijker te maken.
  • Samenwerkingsplatform. De Transitieatlas biedt uiteenlopende apps voor besluitvorming over transities. Het doel is: kwesties op de politieke agenda; consensus over en middelen voor campagnes; onderbouwing met cijfers.
  • Toekomstbeeld. De kaarten brengen in beeld hoe politiek voor duurzaamheidstransities eruit kan zien, met taakdemocratie als concept en als werkvorm een 'transitiekamer'. Doel: bevorderen van experiment; leren door te doen.

Legenda van de Transitieatlas

  1. De Transitieatlas bevat ca. 15.000 kaarten: alle landsdelen, provincies, gemeenten, wijken en buurten van Nederland tot 2019 zitten erin. Sommige regio's zoals MRA en Waddenzee zijn toegevoegd. Overzeese gebiedsdelen nog niet. Aan de linkerzijde van elke kaart zit de navigatietab voor opzoeken van andere kaarten.
  2. De meeste kaarten zijn leeg. Zie verderop voor aanvragen van redactierechten en uitgeefrechten.
  3. De code rechtsboven in elke kaart is de CBS-code van het gebied, of een afkorting van een combinatie van gebieden.
  4. De kaarten hebben vier kwadranten: samenleving (linksonder), initiatieven (rechtsonder), politiek (linksboven) en campagnes (rechtsboven).
  5. Het kwadrant van de politiek heeft een middenstip voor het bestuurlijke centrum van het gebied. Hierin staat de wetgevende macht (parlementen) en de uitvoerende macht (bestuurscolleges). De rechterlijke macht is (nog) niet opgenomen. De verbindingen naar het bestuurlijk centrum zijn met spoorlijnen weergegeven.
  6. Het nieuwe element is de Transitiekamer (of Gebiedstafel, of Wijkraad - de naamgeving wordt door het gebied zelf bepaald).
  7. Een kwadrant heeft een of meerdere lijsten. De eerste regel laat zien welk deel zichtbaar is en hoeveel er in totaal zijn, bijvoorbeeld 12/27. Gebruik de opties daarna (Niets, Actueel, Filter, Alles) om het zichtbare deel in te stellen. Wie is ingelogd kan via Toevoegen nieuwe inhoud voorleggen aan de kaartredacteur.
  8. Tussen vermeldingen kunnen lijnen worden getrokken, bijvoorbeeld om aan te geven waar een initiatief of campagne vandaan komt. Beweeg in de atlas met je muis over de kaart om die lijnen te zien.

Beheer van de Transitieatlas

De Transitieatlas wordt als platform ontwikkeld en beschikbaar gesteld door de vereniging Noorden Duurzaam. Noorden Duurzaam publiceert de Transitieatlas openbaar onder een Creative Commons licentie, zie Juridisch. Dit beschermt de redactionele inhoud van Noorden Duurzaam, van kaartuitgevers en kaartredacties en de zelfmeldingen van personen en organisaties in de Transitieatlas.

De overheid van een gebied, of de dorps- of wijkraad, kan uitgeefrechten van de eigen kaart vragen en vervolgens zelf bepalen wie de redactie doet. Dit is gekoppeld aan lidmaatschap van Noorden Duurzaam en biedt dus ook zeggenschap in de ontwikkeling van de Transitieatlas. De uitgever van een kaart staat vermeld in de voettekst van de kaart.

Wie een nog lege kaart, waarvan de uitgeefrechten niet bij een overheid of dorps- of wijkraad liggen, wil kunnen vullen kan bij Noorden Duurzaam een kosteloos redactieaccount vragen. Dit account stopt zodra de betrokken overheid of dorps- of wijkraad de uitgeefrechten van de kaart verwerft. Een redactieaccount stelt in staat om redactionele vermeldingen aan te brengen en om zelfmeldingen vrij te geven. Er is een redactiehandleiding en er is wekelijks overleg. De redactie van een kaart staat vermeld in de voettekst van de kaart.

 
Socials