| Transitieatlas | Niet ingelogd | Nieuw account | Inloggen
Thematafel Duurzaamheidseducatie Noord-Nederland
Kwesties van de gebiedstafel
Initiële
sortering
bij oprichting
van de tafel
1
Duurzaamheidseducatie is een diffuus begrip
Heel algemeen gesteld is duurzaamheidseducatie het bevorderen van duurzame ontwikkeling (people, planet, profit) via het onderwijs. Wie de specialisten in dit onderwerp vraagt wat dat betekent komt evenzoveel inzichten tegen, zie bijvoorbeeld de file met definities van het begrip duurzaamheidseducatie. In de onderwijspraktijk is duurzaamheidseducatie vooral een breed onderwerp waar velen aandacht voor vragen en waarmee veel geëxperimenteerd wordt. Het is een beweging die ruimte nodig heeft, eerder dan afbakening. Toch zou het deze beweging ten goede komen als er meer gemeenschappelijke taal ontstaat. Bijvoorbeeld een vocabulaire die het gemakkelijker maakt om het onderwerp te positioneren en te verbinden met al het andere in het onderwijs in binnen- en buitenland. Of een typologie waarmee de uiteenlopende vormen van duurzaamheidseducatie gekarakteriseerd kunnen worden. Zonder taal blijft het onderwerp diffuus en dat belemmert de beweging.
2
De urgentie van duurzame ontwikkeling wordt nog onvoldoende gevoeld
Het onderwijs richt zich per definitie op de maatschappij van morgen, maar kan die ambitie vaak niet waarmaken. Vergoelijkend zeggen we dan tegen elkaar dat niemand weet hoe de wereld er over 25 jaar uitziet, en dat we onze handen al vol hebben aan de maatschappij van nu. Maar dat is te gemakkelijk. De leerlingen van nu staan over 25 jaar midden in een wereld die, gerekend naar de huidige consensus in de wetenschap, te maken zal hebben met grote duurzaamheidsvraagstukken: energie, grondstoffen, klimaat, biodiversiteit, voedsel, gezondheid, leefruimte, werkgelegenheid en rechtvaardigheid. De omvang en verwevenheid van deze kwesties vraagt om integrale, mondiale aanpak, om grootschalig herontwerp van producten en diensten, en om nieuwe maatschappelijke ordening op alle niveaus. Een nieuwe industriële revolutie dus, maar dan vanuit besef van eindigheid. De basis daarvoor moet in de komende decennia ontstaan, door doelbewuste inzet van mensen die hier en nu onderwijs volgen. Wat betekent dit voor onderwijsvernieuwing vandaag? Die vraag is minstens zo belangrijk als de vraag hoe het onderwijs dienstbaar kan zijn aan onze nationale economie, maar staat nog niet hoog genoeg op de agenda.
3
Het onderwijs ontwikkelt nog te weinig visie op duurzaamheidseducatie
Als in het onderwijs de urgentie voor duurzame ontwikkeling in beeld is, en er een wil is om daar iets mee te doen, dan wil dat nog niet zeggen dat het voor iedereen ook duidelijk is wat er praktisch te doen staat. Of dat men het binnen de instelling daarover eens is. Het onderwijs kan kiezen uit vele opties voor duurzaamheidseducatie, en dat maakt het er niet gemakkelijker op. Moet het accent op waarden en vorming? Of op geschiedenis en maatschappijleer? Of biologie en aardrijkskunde? Techniek? Projectmatig werken? 21st-century skills? Interne communicatie? Medezeggenschap? Of op het schoolgebouw en het facilitair management? Het valt vaak niet mee om op instellingsniveau tot een samenhangend en stabiel beleid voor duurzaamheidseducatie komen dat inspireert en dat richting en ruimte geeft.
4
Het onderwijs heeft te weinig ruimte om duurzaamheidseducatie in te vullen
Globalisering en het korte termijndenken in de economie en de politiek leiden in het onderwijs tot permanente regeldruk en prestatiedruk. Dit leidt het onderwijs af van de toekomst waarvoor ze moet opleiden. Ook inspectieangst en toetsgerichtheid doen hun werk, ze ondermijnen het onderzoekend leren. Veranderingen zijn in het onderwijs vaak van bovenaf en dat leidt weleens tot passiviteit of conservatisme. Ook zitten directies en docenten niet altijd op dezelfde golflengte als het gaat om duurzame ontwikkeling: soms wil de een sneller, soms de ander. Het onderwijs wordt bovendien voortdurend belast met maatschappelijke vraagstukken die in het onderwijs geïntegreerd moeten worden, terwijl de onderlinge integratie van die vraagstukken vaak onbesproken blijft. Daardoor blijven kansen op synergie liggen. Per saldo is er structureel te weinig ruimte om thema's als duurzame ontwikkeling in het onderwijs een goede plaats te geven.
5
Het ontbreekt aan regie in duurzaamheidseducatie
Duurzaamheidseducatie heeft in het onderwijs vaak het karakter van een bottom-up beweging: er zijn enthousiaste docenten en die moeten flink hun best doen om ruimte te krijgen voor hun onderwerp. De politiek geeft hooguit wisselende aandacht aan duurzaamheidseducatie en is geen stabiele factor waar het onderwijs zijn kompas door kan laten bepalen. Het is eerder een doelgroep. Ook ontbreekt het aan een landelijk of regionaal regieorgaan voor duurzaamheidseducatie. LvDO had ooit die functie. In het Noorden zijn er wel diverse kennisinstellingen en organisaties die professioneel aandacht geven aan duurzaamheidseducatie. De Thematafel Duurzaamheidseducatie bij Noorden Duurzaam beoogt een nieuw verzamelpunt voor het onderwerp te zijn, maar staat nog in de kinderschoenen.
6
Succesverhalen zijn te weinig toegankelijk
Er zijn prachtige voorbeelden van duurzaamheidseducatie: initiatiefnemers die hun directie meekrijgen, directies die tijd durven geven, scholen die hun docenten ontzorgen door externe samenwerking te organiseren, leerkrachten die nieuwe werkvormen toepassen en andere vaardigheden bij kinderen ontdekken, visionaire initiatiefnemers die nieuwe projectvormen populair maken, projecten waarbij door kantelen doelgroepen vroegtijdig betrokken worden, talentklassen, etc. Er is voor de regio echter geen eenvoudig toegankelijk verzamelpunt waar inspirerende voorbeeld verzameld worden. Daardoor heeft een groot deel van het onderwijs geen zicht op wat de kopgroep inmiddels heeft bereikt.

Wat zijn kwesties?

Een kwestie in deze lijst is een duurzaamheidsvraagstuk binnen het onderwerp en het werkgebied van deze tafel. Kwesties vragen om respons.
  • Een kwestie kan een probleem zijn, maar ook een gemiste kans. Bijvoorbeeld een emissie, een verspilling, een sociaal onrecht, een cohesiegebrek, een onrendabiliteit, een risico. Of bijvoorbeeld een achterstand of gemiste kans in bewustwording, wetgeving, contacten, draagvlak, communicatie, financiering.
  • Een kwestie heeft een titel, een beschrijving en één of meer indicatoren. Een beschrijving kan in twee zinnen. De eerste zin zegt dan bijvoorbeeld iets over aard en oorzaak, de tweede iets over gevolg en proportie. Voorbeeld: “"Inzameling van luiers stagneert door onrendabele recycling. Daardoor is huisvuilverwerking aanzienlijk duurder en gaan herwinbare grondstoffen verloren."
  • Zijn er cijfers voorhanden? Dan kunnen er een of meerdere trendgrafieken bij een kwestie staan. Zie de tab Indicatoren voor een overzicht van alle indicatoren van deze tafel.
  • De kwesties worden handmatig of met het stemsysteem op prioriteitsvolgorde gezet, de meest dringende bovenaan. Kwesties kunnen geclusterd worden.
  • Het antwoord op een kwestie wordt hier niet benoemd, dat krijgt aandacht bij projecten, zie de tab Projecten. Een project kan een antwoord zijn op meerdere kwesties.