| Transitieatlas | Niet ingelogd | Nieuw account | Inloggen

CODIN

Het verhaal van Noorden Duurzaam begint bij het eerste internationale congres over Cradle-to-Cradle, "Let's Cradle", dat in november 2007 plaatsvond in Maastricht. De Drentse adviseur Martin Smit van bureau Hunesus ging erheen en kwam enthousiast weer terug. In een gesprek met de gemeente Groningen, Rabobank Stad en Midden Groningen, Kamer van Koophandel Noord-Nederland en Milieufederatie Groningen is toen voorgesteld om tot een regionaal initiatief te komen voor duurzame innovatie. De naam werd "Cradle Kring Noord". Cradle Kring Noord was een informeel netwerk waarbij ook andere organisaties zich aansloten: Syntens, TCNN, NOM (als agendalid), provincie Fryslan, gemeente Leeuwarden.

Op 21 september 2009 werd de naam gewijzigd in Contactnet Duurzame Innovatie Noord Nederland (CODIN), om de bredere oriëntatie te laten zien en omdat Cradle-to-cradle een beschermde merknaam is.

Op 19 november 2013 is de vereniging Noorden Duurzaam opgericht als opvolger van CODIN, en is CODIN opgeheven.

Op deze pagina leest u wat CODIN was, aan de hand van een tekst voor de provincie Overijssel. In opdracht van de provincie Overijssel sprak Bureau ZET in 2012 en 2013 met 47 netwerken, projecten, organisaties en (burger)initiatieven op het gebied van duurzame ontwikkeling binnen en buiten Overijssel. Van de gesprekken met al deze partijen zijn factsheets gemaakt en daarnaast een twaalftal wervende beschrijvingen, bedoeld voor brede publicatie. De beschrijving van CODIN staat in zijn geheel hieronder, het volledige document kan onderaan deze pagina en hier worden gedownload. Met dank aan de provincie Overijssel!

Wat is CODIN?

CODIN is een onafhankelijk, informeel, breed en laagdrempelig netwerk voor duurzame innovatie van bedrijven, instellingen en netwerken in Noord-Nederland. De afkorting staat voor Contactnet Duurzame Innovatie Noord-Nederland.

Het ontstaan en de ontwikkeling van CODIN

CODIN is een initiatief van elf noordelijke organisaties, voornamelijk (semi-)overheden, maatschappelijke instellingen, milieuorganisaties en netwerken. Het ontstaan van CODIN vloeit voort uit het streven naar duurzaamheid van de initiatiefnemers. Duurzaamheid is een antwoord op grondstofuitputting, milieuvervuiling, klimaatverandering en sociaal onrecht, maar ook een perspectief op een nieuwe economie met groeimogelijkheden voor innovatieve bedrijven.

Er is gekozen voor een breed en laagdrempelig netwerk omdat duurzaamheid samenwerking vereist van bedrijven, consumenten, onderwijs, media, overheid, netwerken, politiek. Bij succesvolle duurzame projecten zijn altijd meerdere geledingen betrokken. Samenwerking, afstemming en synchronisatie maken het mogelijk om bestaande patronen te doorbreken. Een breed en laagdrempelig netwerk is een instrument om die samenwerking en volume te ontwikkelen.

Er is gekozen voor een regionaal netwerk omdat de initiatiefnemers de regio zien als een ideaal startpunt voor economische innovatie. Intern zijn regio’s slagvaardig en van alle markten thuis, extern zijn ze goed verbonden met hoofdsteden en Brussel. Regio’s kunnen een status als proefgebied in Europa nastreven en tegelijk individuele bedrijven en instellingen bereiken en stimuleren.

De initiatiefgroep heeft eerst onderzocht of het zinvol zou zijn om naast de bestaande publieke initiatieven in Noord-Nederland een nieuwe vorm van samenwerking voor duurzame innovatie te beginnen. Gekeken is naar de mate waarin de bestaande publieke initiatieven de regionale economie vertegenwoordigen, en naar de breedte van de missie of doelstelling. De conclusie was dat een onafhankelijk contactnet gemakkelijker als nieuwe entiteit kan ontstaan dan als onderdeel van een lopend initiatief.

Doelen

De missie van CODIN is het versnellen van de transitie naar een duurzame economie. Het contactnet stelt zich ten doel door betere uitwisseling en samenwerking lokale initiatieven voor een duurzame economie vooruit te helpen en een voedingsbodem te vormen voor nieuwe regionale initiatieven. De ambitie is een sterk en regionaal dekkend netwerk voor duurzame innovatie, een geïnspireerde krachtenbundeling en daardoor een nieuwe wezenlijke stap naar een duurzaam Noord-Nederland.

Activiteiten

CODIN werkt met zeven werkvelden: duurzaam innoveren, duurzaam inkopen, duurzame ketens, diensten, onderzoek, leiderschap en transitie. Om de bovenbeschreven doelen en ambities op deze terreinen waar te maken zet CODIN in op:

Netwerkfaciliteiten

Een netwerk behoeft basisfaciliteiten voor onderling contact, zoals een deelnemersgids, geregelde bijeenkomsten, een coördinator en een website. Door deze faciliteiten kunnen verbindingen tussen projecten ontstaan waardoor business cases rond gemaakt en ketens gesloten kunnen worden.

Gezamenlijke projecten

Gezamenlijke projecten helpen bij opschaling naar grootschalige projecten die effect hebben in de hele regio, of in een industriesector of maatschappelijke sector. Ook samenwerkingsprojecten met andere regio’s komen dan in beeld. Bijvoorbeeld een samenwerking tussen een bedrijf dat een duurzaam of C2C-product ontwikkelt, ketenpartners die daar een logistiek concept bij ontwikkelen, een overheid die er subsidie voor geeft, regels aanpast en zelf duurzaam inkoopt, netwerken die hun leden oproepen tot duurzaam inkopen, en afnemers of consumenten die een bewuste keuze maken en terugkoppeling geven.
Projectinitiatieven ontstaan mede in verband van CODIN maar worden bij voorkeur overgelaten aan deelnemers (of anderen) die aangeven dat het voorgestelde project aansluit bij hun missie, ambitie en mogelijkheden. Initiatiefnemers kunnen het contactnet (laten) consulteren voordat zij een projectplan en een subsidieaanvraag vaststellen. Een positief advies en/of participatie uit het contactnet kan de succeskans van een plan of subsidieaanvraag vergroten. CODIN fungeert dan als hefboom voor de projecten van haar deelnemers. Het is ook mogelijk om vanuit CODIN gezamenlijke plannen en subsidieaanvragen voor regelingen op te stellen, waarbij een van de deelnemers als penvoerder optreedt.

Ontwikkeling van visies, agenda’s en projectvoorstellen
Netwerkfaciliteiten en projecten zijn voor de hand liggende activiteiten, maar in de visie van CODIN niet voldoende om het verschil te maken. Voor transitieversnelling zijn grootschalige veranderingen nodig, iedereen moet mee, alles moet om. Bijvoorbeeld het marktaandeel van duurzaam ontworpen producten, dat moet niet een beetje maar juist drastisch omhoog. Een manier om met weinig middelen op deze schaal invloed te hebben is volgens CODIN het ontwikkelen van zelfkopiërende projecten: eenvoudige en laagdrempelige werkvormen die het in zich hebben om eerst een hype en vervolgens cultuur te worden. Ongeveer zoals social media, die vaak beginnen als startup en uiteindelijk de halve wereld mee kunnen krijgen. Met dit in gedachten zet CODIN in op nieuwe werkvormen en op het sneeuwbaleffect daarvan. Het verst ontwikkeld is een werkvorm voor ketenverduurzaming (zie kader).

Lokale en regionale ketenverduurzaming

Een duurzame economie is een economie met duurzame ketens, dat spreekt voor zich. Maar hoe doe je dat eigenlijk, een keten verduurzamen? Hedendaagse productketens omspannen de wereld en houden enorme aantallen mensen en organisaties aan het werk houden. Daar zet je niet zomaar een project op. CODIN werkt daarom aan een alternatief: verduurzamen van lokale en regionale ketens, op een manier die enthousiast maakt en die zich met sneeuwbaleffect in de hele keten verspreidt. Het recept is zo:

  1. Kies een productketen en een werkgebied. Bijvoorbeeld beton in de gemeente Groningen, zuivel in de provincie Fryslân of vlas in Overijssel.
  2. Haal opinieleiders uit zes geledingen van de keten bij elkaar: aanbod, vraag, recycling, kennis, overheid en transitie (people en planet).
  3. Maak een lijst van duurzaamheidsproblemen in de keten en kies er een uit waar met weinig inspanning een kleine verbetering mogelijk is.
  4. Werkgroep instellen, opnieuw met zes geledingen aan tafel. Iedereen bedenkt een actie die hij zelf kan uitvoeren en die helpt om de kleine verbetering voor elkaar te krijgen. Er komt geen subsidie, het moet uit de marge, maar er kan dus ook snel besloten worden. De werkgroep schaaft de actievoorstellen bij zodat ze elkaar maximaal versterken en schrijft ze op in een 'actiepakket'. Een voorbeeld is het actiepakket van het betonketenoverleg van de gemeente Groningen om het percentage betonrecycling in de gemeente omhoog te krijgen: de gemeente gebruikt minder betongranulaat in de wegenbouw; recyclingbedrijven leveren het overschot aan mortelcentrales; mortelcentrales adviseren hun klanten over beton met meer granulaat en minder grind; architecten schrijven dat voor in de bestekken, Bouwend Nederland informeert de bouwwereld hierover. Resultaat: grindverbruik voor Gronings beton met 10% omlaag.
  5. Actiepakket voorleggen aan iedereen in de zes geledingen van de lokale keten. Vraag: klopt het zo? Doe je mee?
  6. Startbijeenkomst met prominente bestuurders en pers. Vanaf vandaag wordt in zes geledingen en met een groot aantal spelers de lokale/ regionale economie een klein beetje duurzamer.
  7. Effectmeting. Typisch een onderwerp voor de kennispartijen: ieder jaar een onderzoek(je) waaruit duidelijk wordt of de actie nog werkt en hoe hij verbeterd kan worden.
  8. Klaar. Verder met het volgende probleem van de lijst, nieuwe werkgroep instellen, etc.

Deze vorm van ketenoverleg werkt dus eigenlijk als een vereniging. Iedereen in zes geledingen kan zich aansluiten. Een klein bestuur vergadert 3 of 4 keer per jaar en stelt werkgroepen in. Werkgroepen komen met een actiepakket, consulteren iedereen en regelen de aftrap en de effectmeting. CODIN verzamelt de ervaringen met dit concept, publiceert een open source handleiding (www.codin.nl/ketenoverleg) en geeft cursus aan kwartiermakers. Het sneeuwbaleffect is er inmiddels ook: betonketenoverleg naar dit model is in 10 plaatsen in het land in oprichting of al in werking, en er lopen nog eens 10 initiatieven in andere ketens in het Noorden, zoals bitumen, verf, voeding, kunststoffen en textiel.

Organisatie

CODIN is onafhankelijk. CODIN heeft geen winstoogmerk of commerciële belangen en is geen uitvoeringsorgaan van overheden. Alle partijen die een rol hebben in de Noordelijke economie en individueel of als collectief invloed kunnen doen gelden op duurzame innovatie, kunnen deelnemen. Deelname is vooralsnog gratis, en blijft laagdrempelig.

CODIN heeft een Kerngroep van vertegenwoordigende organen in de regio (overheden, koepels, consumentennetwerken etc.). Uit de Kerngroep van CODIN komt een Initiatiefgroep voort. De Initiatiefgroep:

  • formuleert het CODIN-beleid, consulteert kerngroepleden hierover, bewaakt en evalueert de voortgang;
  • voert lobby voor CODIN;
  • treedt op als stuurgroep voor CODIN-projecten, met een van de initiatiefgroepleden als penvoerder.

In de CODIN initiatiefgroep nemen op dit moment deel: de N.V. NOM, TechnologieCentrum Noord- Nederland, de Kamer van Koophandel Noord-Nederland, Syntens regio Noord, de provincie Friesland, de gemeenten Leeuwarden en Groningen, de Natuur- en Milieufederaties van Groningen, Friesland en Drenthe en het adviesbureau Hunesus.

Een deel van de doelgroep van CODIN wordt aangemerkt als 'transitieversnellers': organisaties en particulieren die actief investeren in een snellere omslag naar duurzaamheid. Voor deze groeiende groep richt CODIN in 2013 een nieuwe vereniging op, met als doel door samenwerking een extra hefboom voor duurzaamheid te creëren en daar flink aan te trekken. De transitievereniging gaat het karakter krijgen van een brancheorganisatie, voor de opkomende 'branche' van transitieversnellers. Men heeft onder andere de volgende activiteiten in gedachten: een gezamenlijke transitieagenda en onderzoeksagenda, een open database van profielpagina's, database met best practices, een grondstoffendatabase, een ideeëncentrum, een statistiekwinkel, open source handboeken voor transitiewerkvormen en een jaarcongres.

Financiering

Initiatiefgroepleden dragen naar vermogen bij aan de begroting van CODIN. Ontwikkelkosten in projecten worden betaald uit overheidsbijdragen, subsidies en inbreng en sponsorbijdragen van bedrijven.

Resultaten

De volgende kerngegevens geven een beeld van de resultaten van CODIN (februari 2013, actuele cijfers):

  • Het contactnet omvat 216 deelnemende bedrijven, instellingen en netwerken;
  • Er lopen 72 projecten voor duurzame innovatie in uiteenlopende werkvormen. Projecten verkeren in alle stadia van idee, in uitvoering tot afgerond;
  • Er zijn 16 ketenoverleggen opgezet, o.a. voor de food-, beton-, verf- en bitumenketen;
  • De website van het contactnet ontsluit 119 verenigingen, netwerken en online communities voor duurzame innovatie;
  • Via de website worden 20 diensten voor duurzame innovatie aangeboden van zakelijke dienstverleners, kennisinstellingen, semi-overheden en overheden;
  • De website ontsluit 34 onderzoeksmethodes, zelfevaluaties en quick scans voor duurzame innovatie met links naar deelnemers die daar ervaring mee hebben;
  • Op de website zijn 155 certificaten voor duurzame producten, processen en bedrijfsvoering te vinden;
  • De website wijst de weg naar 23 kennisinstellingen en -centra voor duurzame innovatie in Noord-Nederland en elders;
  • In de Jobs afdeling van de CODIN LinkedIn groep zijn vraag en aanbod van banen, stages en afstudeerplaatsen voor duurzaamheidsprofessionals in Noord-Nederland te vinden;
  • De website linkt naar 153 andere websites over duurzame innovatie.

Succesfactoren en lessen

Een belangrijke succesfactor is de brede samenstelling van de initiatiefgroep vanaf het begin. Daardoor lag het ondernemersbelang op tafel, het milieubelang, het overheidsbeleid, het belang van de studerende generatie, het belang van de consument. Deze lijn is doorgetrokken in de werkwijze voor ketenverduurzaming en in de huidige plannen voor de regionale transitievereniging. CODIN ziet telkens dat deze integrale benadering aansluit bij het karakter van duurzaamheidsvragen in het algemeen en ook bij de behoefte van organisaties en professionals om door samenwerking verder te komen met duurzaamheid.

Een belangrijke tweede succesfactor is de faciliterende opstelling van de leden van de initiatiefgroep. CODIN kon ontstaan en groeien omdat er altijd ruimte werd geboden om te vergaderen, er tijd werd geïnvesteerd en waar nodig middelen. De visie en de wil om dat te doen kwam meestal van beleidsmensen uit deze organisaties, en vond in tweede instantie steun bij de top.

Een derde factor is kennis en creativiteit in de initiatiefgroep, urgentiebesef, engagement, lerende houding, en een aanzienlijke hoeveelheid vrijwillige inzet.

CODIN wil de economie van richting veranderen. Voor CODIN geldt:

  • iedereen mobiliseren, want wie stil zit werkt tegen;
  • op de goeie punten vastpakken, anders gaat er wat stuk;
  • allemaal dezelfde kant uit;
  • tegelijk kracht zetten.

Een leerpunt is dat een homogene groep vaak gemakkelijker werkt dan een heterogene groep. Dat heeft te maken met taal, cultuur, waarden, belangen, etc. Een groep ondernemers bijeen halen om het over duurzaamheid te hebben, gaat in het begin dan ook soepeler dan een landdag organiseren waar alle geledingen van de economie aan tafel zitten. Keerzijde is echter dat de energie in zo'n groep na zo’n anderhalf jaar wel uitgewerkt is, omdat men niet verder komt dan het uitwisselen van inspiratie. Je kunt dergelijke homogene groepen beter als een project organiseren (op voorhand eindig) of als coöperatie als er concrete zaken te doen zijn. Een andere optie is direct verbreden (heterogeen maken), zoals bij het ketenoverleg zodat er ook klanten en andere belanghebbenden aanzitten. Dan wordt het een marktplaats, of een transitiearena. Dat is complexer maar je hebt meteen iedereen die kan bijdragen aan een duurzame economie, en dat verbindt ook. Ook met een brede/heterogene groep moet je zuinig zijn op de energie, dus bijvoorbeeld niet vaker dan vier keer per jaar bijeenkomen.

BijlageGrootte
succesvolle_duurzame_netwerken.pdf4.01 MB
 
Socials