| Transitieatlas | Niet ingelogd | Nieuw account | Inloggen

intro

Een C2C-basiscertificaat blijkt voor veel producten haalbaar te zijn en levert ondernemers een flinke omzetgroei, maar voor veel kleine bedrijven is het op dit moment nog kostbaar. Dat werd duidelijk tijdens de workshop Atelier C2C certificatie, die op woensdag 22 september in Leek werd georganiseerd. Bijna vijftig noordelijke ondernemers en specialisten hebben zich die middag verdiept in certificatie van duurzame producten. De inleiding werd verzorgd door Cradle-to-Cradle specialisten van EPEA uit Hamburg. De opening werd bijgewoond door de Urgenda regiotour.

body

Certificatie van duurzame producten is een onderwerp in opkomst. Er bestaan al tientallen keurmerken voor biologische voedingsmiddelen, fair trade producten, duurzaam bouwen, etc. Cradle-to-Cradle certificatie (C2C) van producten is één van de topmerken hierin, omdat het zware eisen stelt aan materiaalkeuze, energiegebruik, productieproces, ketensamenwerking en bedrijfsorganisatie. Uitgangspunt bij C2C-certificatie is dat een product na gebruiksduur milieuveilig composteerbaar is en als grondstofbron kan dienen voor nieuwe producten. Bedrijven die het certificaat mogen voeren, melden omzetstijgingen in dubbele cijfers. Er zijn wereldwijd al honderden producten met een C2C-certificaat, maar Noord-Nederland kent nog geen gecertificeerde producten.

Bonbons certificeren
De inleiders uit Hamburg, Erik van Buuren en Sonja Rickert-Kruglov, naaste medewerkers van grondlegger Michael Braungart, kregen voor aanvang van de workshop al een sprekerspresentje. Dagvoorzitter Peter Bootsma van CODIN daagde ze uit om eens uit te rekenen wat certificatie van de duurzame doos bonbons zou kosten, geleverd door bonbonatelier Schlaman in Groningen. Het antwoord, ruim 15.000 euro, viel het publiek niet mee. De discussie spitste zich toe op de vraag hoe die kosten omlaag kunnen. CODIN en enkele ondernemers gaan hierover in gesprek met EPEA.

Impuls
Het atelier werd georganiseerd door CODIN, het economie-brede Contactnet Duurzame Innovatie Noord-Nederland. CODIN is tevreden over de impuls die van de bijeenkomst uitgaat. In het verlengde van dit atelier wordt er met twaalf Noordelijke bedrijven verder gewerkt om de eerste C2C certificatie in de regio binnen te halen. Dit project wordt mede mogelijk gemaakt door de Noordelijke provincies vanuit het programma Leren voor Duurzame Ontwikkeling (LVDO). Het atelier wordt bij voldoende belangstelling herhaald, belangstellenden kunnen zich bij CODIN melden. Het atelier vond plaats in het informatiecentrum van Nienoord in Leek. Het centrum was door de gemeente Leek beschikbaar gesteld en de bijeenkomst werd geopend door wethouder Meindert Bouma. Leek heeft een actief duurzaamheidsbeleid wat onder andere heeft geleid tot de duurzaam gebouwde woonwijk Oost-Indie.

Bezoek van Urgenda regiotour Groningen
De opening van het atelier werd bezocht door de Urgenda regiotour Groningen. Urgenda is een landelijk werkende stichting die de transitie naar een duurzame economie wil versnellen, onder andere door duurzame projecten in de publiciteit te brengen.

Het CODIN-project "C2C-productontwikkeling", waar dit atelier deel van uitmaakt, wordt financieel mogelijk gemaakt door de provincies Friesland, Groningen en Drenthe in het kader van het programma "Leren voor Duurzame Ontwikkeling" (LVDO).

 
Socials