| Transitieatlas | Niet ingelogd | Nieuw account | Inloggen

Energieneutraal woningbouwconcept voor de sociale verhuur in Borger-Odoorn

Introtekst: 
Lefier ZuidoostDrenthe ontwikkelt in Borger-Odoorn een uniek energieneutraal woningbouwconcept voor de sociale verhuur. Het project met de naam Ecocredo is een pilotproject waarmee Lefier ecologisch bouwen en economisch wonen combineert in het zogenaamde 'nieuwe wonen'. De oplevering van deze 12 Ecocredo-woningen vindt plaats op 16 september a.s.
Hoofdtekst: 

Afhankelijk van het gebruik heeft de huurder voor het normale dagelijkse energieverbruik geen extra stroom meer nodig. De Ecocredo woningen leven van de zon en wekken hun eigen energie op door gebruik te maken van diverse duurzame computergestuurde energietechnieken. Zonnepanelen zorgen voor stroom en collectoren voor warm water en warmte. Alle vrijgekomen warmte wordt opgevangen en opgeslagen. Indien nodig wordt er bijgesprongen door een warmtepompinstallatie die voor de verwarming en warm water zorgt.

De Ecocredo woningen zijn genomineerd voor de Dubo Award 2011. Op 28 september wordt de Dubo Award uitgereikt aan het beste duurzame product, systeem, concept of idee dat grote potentie heeft voor de markt. De bezoekers van de Dubo-dagen en een jury bepalen het winnende project.

(Bron: Lefier)

Lees meer op:

 

Teelt duurzame vezelhennep loopt terug

Introtekst: 
Er wordt dit jaar veel minder vezelhennep geteeld dan vorig jaar. Dat meldt het Groningse bedrijf HempFlax, die de hennep verwerkt in Groningen. Het aantal hectares is teruggelopen van duizend in 2010, naar zeshonderd dit jaar. Dat komt vooral omdat veel Drentse en Groningse boeren om financiële redenen de voorkeur gaven aan graan en aardappelen. En in Duitsland is sprake van een sterke toename van teelten voor biovergisters.
Hoofdtekst: 

Kwaliteit
De kwaliteit van de vezelhennep is vergelijkbaar met het topjaar 2010.
Ook dit jaar wordt een opbrengst verwacht van ongeveer acht ton stro per hectare.

Duurzame teelt
Sinds begin jaren negentig is vezelhennep een welkome aanvulling op het standaard veenkoloniale bouwplan. De teelt van hennep wordt gekarakteriseerd door lage input en hoge opbrengsten. Voor de teelt van hennep wordt geen pesticiden, insecticiden en/of fungiciden gebruikt. Bemesting wordt gegeven via organische mest en het gebruik van kunstmest is nagenoeg niet nodig.

(Bron: MVOnieuws)

Lees verder op:

 

Nieuwe Koplopergebieden energiezuinig bouwen in het Noorden

Introtekst: 
Groningen, Drenthe en Friesland hebben acht Koplopergebieden in het Noorden aangewezen. De gebieden zullen de komende jaren ruim 300 energiezuinige woningen en utiliteitsgebouwen realiseren. Variërend in energieprestatie van energieneutraal tot maximaal een EPC van 0,45. De ervaringen met energiezuinige bouw, die deze gebieden de komende jaren opdoen, dienen als input voor een kennis- en leertraject. Agentschap NL faciliteert het kennistraject. De acht gebieden krijgen ook subsidie van het Rijk.
Hoofdtekst: 

Het gaat om koloniewoningen in de gemeente Westerveld, gebiedsontwikkeling Nieuwveensche Landen in Meppel, uitbreidingsplannen in Pesse, project de Pimpelaer in Assen, Ossehaar in Coevorden, het kantoor Sociale zaken/werkgelegenheid in de gemeente Groningen, 24 starterswoningen Oostergas in Zuidhorn en het kantoor Ecommunity in de gemeente Ooststellingwerf te Friesland.

De subsidie is bedoeld voor gemeenten en deelnemende partijen om ervaring op te doen met innovaties in het bouwproces en om inhuur van expertise op het gebied van duurzaamheid te bekostigen. Ook gebruiken de gemeenten het geld voor extra toezicht tijdens het bouwproces.

Vooruitlopen op aanscherpen wettelijke EPC-eisen
Samen met de Excellente gebieden – voorbeeldgebieden energiezuinige nieuwbouw – lopen de koplopergebieden voor op het landelijk aanscherpen van de EPC-eisen (Energie Prestatie Coëfficient). De bij deze gebieden betrokken partijen, als gemeenten, corporaties, aannemers, installateurs en particuliere opdrachtgevers, wisselen de komende jaren onderling opgedane kennis en ervaring uit. Alle bouw- en ontwikkelpartijen in Nederland kunnen van de opgedane kennis en ervaring profiteren. Innovatieve technieken en werkzaamheden die bij het ene project succesvol blijken te zijn, kunnen dan makkelijker bij andere projecten worden toegepast. Dat scheelt tijd en geld.

(Bron: AgentschapNL)

Lees verder op:

 

Leerlingen verduurzamen twee scholen van het Zernike College in provincie Groningen

Introtekst: 
De leerlingen van twee locaties van het Zernike College startten hun eigen adviesbureau om zo de beide scholen te adviseren welke duurzame maatregelen het kan toepassen.
Hoofdtekst: 

Uitdagende rol voor leerlingen

Het Zernike Montessori Junior College in Groningen en het Zernike Junior College in Haren hebben de ambitie om een duurzame school te worden. Om deze opgave te realiseren dagen de scholen hun leerlingen uit, om hen hierin te adviseren. De scholen geven de leerlingen (12 t/m 15 jaar) de opdracht om contacten te leggen met duurzame bedrijven in de omgeving. Het gaat om het opbouwen van samenwerkingsrelaties met organisaties, waarbij de school in het middelpunt staat. Het duurzaamheidconvenant legt een basis voor samenwerking die voor meerdere jaren resultaten gaat opleveren.

Speeddate met duurzame bedrijven

De leerlingen gaan aan de slag als adviseurs met een eigen bureau. Uiteindelijk moeten ze komen met een concreet voorstel, dat zowel aantrekkelijk als effectief weergeeft welke stappen ze kunnen zetten om tot een duurzame school te komen.

Voor het uitwerken van hun ideeën en adviezen overleggen de leerlingen met diverse bedrijven die uitgenodigd worden op school. Tijdens deze speeddate maken ze kennis met diverse duurzame bedrijven en leggen ze de eerste contacten om tot eventuele samenwerking te komen.

De bedrijven en experts die vertegenwoordigd zijn bij de speeddates:
* Installatiebedrijf Wolter en Dros;
* Schildersbedrijf De Vries;
* De Zaaister, biologische groothandel;
* P&P Projects, duurzame kleding en relatiegeschenken;
* BNL verlichting;
* Melle Koot, ontwerp en interieur (duurzaamste ondernemer 2010);
* Peter Bootsma namens Codin (Contactnet voor Duurzame Innovatie);
* Michiel Berger, Course Manager Center for Energy and Environmental Sciences RUG;
* Martin Velthuis, student Milieukunde;
* Ria Rademaker namens de Natuur en Milieufederatie Groningen.

Uiteraard zijn de leerlingen ook vrij om zelf bedrijven uit te nodigen en te benaderen.

Advies van leerlingen aan Zernike College

De leerlingen presenteren uiteindelijk hun prikkelende adviezen en innovatieve ideeën op het eindevenement op 28 april in het Hampshire Hotel te Groningen. Vanaf 18.45 zijn de genodigden welkom om dit evenement bij te wonen. Door een deskundig panel worden de beste adviezen gekozen om daadwerkelijk uit te voeren op de twee locaties van het Zernike College.

Aan het einde van de avond worden de beste adviezen per vestiging gehonoreerd met een bedrag van € 5.000,-. Het bedrag wordt symbolisch overhandigd aan leerlingen en directeuren van beide locaties door Guus Hoen van de provincie Groningen. Met het bedrag wordt een eerste stap naar een duurzame school gezet.

(Bron: LVDO Nieuwsflits)

 

Studenten ontwerpen energiezuinige lantaarns

Introtekst: 
Op basis van wensen en ideeën van bewoners uit de Marsstraat in Groningen ontwerpt een studententeam energiezuinige verlichting voor deze straat. Onder de naam ‘Team Lux’ doen de studenten mee aan Light Challenge, een ontwerpwedstrijd voor veilige en duurzame straatverlichting. Als hun ontwerp voor de Marsstraat wint, krijgt de verlichting ook echt een plek in deze straat.
Hoofdtekst: 

Heerenveen, Assen, Groningen
De Light Challenge is een initiatief van de gemeenten Heerenveen, Assen en Groningen. Aan de wedstrijd doen vier teams mee die ieder bestaan uit tenminste vijf studenten (universitair/HBO), die vanuit verschillende vakgebieden hun expertise aan het ontwerp bijdragen. De studenten baseren hun ontwerp op de ideeën en inbreng van de bewoners van de straat waarvoor zij de verlichting ontwerpen.

Bewonersjury
De ontwerpen worden tijdens de finale in oktober 2011 behalve door een vakjury ook door een bewonersjury beoordeeld. De aftrap voor de ontwerpwedstrijd in Groningen is op 10 maart gegeven door wethouder Stadsbeheer Jannie Visscher. Dit was tevens de eerste kennismaking van ‘Team Lux’ met de bewoners van de Marsstraat.

Dimmen
In Groningen wordt een groot deel van de straatverlichting gedimd. Dit levert een jaarlijkse besparing op van 41% (1 miljoen Kwh), 200.000 euro. De gemeente is voortdurend gespitst op mogelijkheden om verlichting nóg beter en energiezuiniger te maken. Daarom doen we mee aan Light Challenge, een ontwerpwedstrijd voor veilige en duurzame verlichting.

Tauw is mentor
Tauw vervult de rol van mentor/begeleider van het internationale 'Lightsensation team van de NRG Energybattle'. Ook organiseert Tauw samen met de provincie Drenthe een Masterclass voor alle deelnemende teams. Deze Masterclass is gericht op het thema innovatie. Daarbij zal Tauw haar expertise op het gebied van duurzame verlichting demonstreren en de teams meenemen in zowel de theoretische discussie als in de praktijk. Tauw verwacht dat de Light Challenge inspireert voor een nog sneller veranderende markt voor (openbare) verlichting en wil daar graag aan bijdragen.

(Bron: Duurzaam Nieuws)

Lees verder op:

 

Bijeenkomst Duurzame initiatieven Drenthe 14 april 2011

Introtekst: 
Op 14 april organiseert de Natuur en Milieufederatie Drenthe een dinerbijeenkomst voor duurzame initiatieven in Drenthe. Deze bijeenkomst is de aftrap voor het nieuwe netwerk van duurzame initiatieven in Drenthe.
Hoofdtekst: 

In Drenthe gebeurt veel op het gebied van duurzaamheid: energiedaken, elektrische motoren, verpakking van biomaterialen, rijden op groen gas, passief bouwen, duurzaam recreëren noem maar op. Maar waar zitten deze initiatieven? En wie zijn er bij betrokken?

De Natuur en Milieufederatie Drenthe zet de initiatieven letterlijk op de kaart en organiseert inspirerende bijeenkomsten voor het netwerk van duurzame initiatieven. Op 14 april worden er verschillende presentaties gegeven vanuit het bedrijfsleven. Desso vertelt over zijn Cradle to Cradle aanpak, maar ook de Drentse bedrijven Watter en Green Meet*s doen hun verhaal. Tijdens een interview wordt verkend wat organisaties als TCNN, Kamer van Koophandel, Syntens, AgentschapNL, CODIN en de provincie Drenthe voor bedrijven met duurzame initiatieven kunnen betekenen.

Netwerken
Op deze avond gaan bedrijven ook zelf aan de slag. Er is volop gelegenheid om te netwerken. Twee interactieve elementen in het programma helpen daarbij: “Speed daten” en “Zet uzelf op de kaart”.

Digitale kaart
Tijdens deze avond wordt ook de digitale kaart “Duurzame initiatieven Drenthe” gepresenteerd. Op deze digitale kaart kunt u zien wie de duurzame initiatiefnemers in Drenthe zijn. Bent u ook een duurzame initiatiefnemer en staat u nog niet op de kaart? U kunt zich aanmelden via het online aanmeldformulier: http://www.nmfdrenthe.nl/NatuurenMilieufederatieDrenthe/Themas/Bedrijven...

Informatie dinerbijeenkomst
Wilt u zich aanmelden voor de dinerbijeenkomst? Dat kan door een email te sturen naar info@nmfdrenthe.nl, onder de vermelding “ Bijeenkomst duurzame initiatieven”. Geef in de email ook aan of u vis, vlees of vegetarisch wilt. De kosten voor deelname aan de bijeenkomst zijn 20 euro.

Meer informatie

 

Groningse bouwers recyclen beton

Introtekst: 
Groningse aannemers, architecten, betonproducenten én ambtenaren slaan de handen ineen om de bouw duurzamer te maken. De eerste stap: meer gerecycled beton. Beton is een van de meest gebruikte bouwmaterialen. Mede door het transport van grind en zand, bestanddelen van beton, is het milieubelastend.
Hoofdtekst: 

Nu schrijven architecten steeds meer het gebruik van gebroken sloopbeton(betongranulaat) voor en geeft de gemeente voorlichting over de voordelen van kringloopbeton. Dit project is een van de eerste initiatieven om de Groningse bouwsector duurzamer te maken. “Het mooie van deze samenwerking is dat het voor alle partijen relatief kleine acties zijn die zonder beroep op subsidie en in korte tijd gerealiseerd kunnen worden, maar die bij elkaar een grote impact hebben”.

(Bron: Metro 11-11-2010)

Download de pdf hier, of lees verder op:

BijlageGrootte
101111_metro_-_betonketenoverleg_groningen.pdf202.11 KB
 

C2C-koplopersgroep "Cradlekring Noord" van start

Introtekst: 
Tijdens de Promotiedagen in Groningen start het nieuwe koplopersnetwerk "Cradlekring Noord". Deelnemers zijn 15 Noordelijke bedrijven met uitgebreide ervaring in duurzaam ondernemen en producten die de C2C-status benaderen. De deelnemers willen tempo maken met duurzame innovatie en zoeken elkaar op voor kennisuitwisseling en commerciële samenwerking.
Hoofdtekst: 

Deelnemers aan Cradlekring Noord zijn: Pezy (industrieel ontwerp, Groningen), Schilders de Vries (schilderwerken, Groningen, Drachten en Assen), DHV (ingenieursbureau, Groningen), Melle Koot (houten meubels, Groningen), Flim Architecten (Groningen), Van Gansewinkel regio Noord (Afvaldiensten en grondstoffenproductie, Drachten, Hoogeveen, Groningen en Ter Apel), Van Genne (drukkerij, Hoogeveen), Hunesus (adviesbureau, Borger), VDM (woningbouw, Drachten), Icopal (dakbedekking, Hoogkerk), Van Wijnen Groningen (bouw), Ecostyle (tuinproducten, Appelscha), Lefier Ontwikkelbedrijf (woningbouw, Groningen), Hempflax (vezelhennep, Oude Pekela), Groningen Seaports (havens en bedrijventerreinen, Delfzijl en Eemshaven).

Cradlekring Noord ontstaat op initiatief van Martin Smit, directeur van duurzaam adviesbureau Hunesus in Borger en medeoprichter en lid van de CODIN initiatiefgroep. Smit: "Cradlekring Noord is er voor de voorhoede van duurzame innovatie in het Noorden. De lat ligt dan ook hoog. Wie zich wil aanmelden moet uitgebreide ervaring hebben met MVO en duurzame innovatie, cradle-to-cradle hebben verankerd in zijn bedrijfsvoering en aantoonbaar projectmatig met de cradle-to-cradle principes aan de slag zijn. Alle deelnemers hebben een authentieke intentie richting cradle-to-cradle."

Alhoewel cradle-to-cradle het richtpunt is, is C2C-certificatie geen eis aan de deelnemers. C2C-merkeigenaar EPEA in Hamburg steunt echter het nieuwe Cradlekring Noord en adviseert bij de opbouw van het netwerk. EPEA kan via Cradlekring Noord ook eenvoudig worden ingeschakeld en bij productontwikkeling en certificatievoorbereiding.

Syntens gaat Cradlekring Noord begeleiden. Er wordt ingezet op de vorming van kennisclusters, op contacten met kennisinstellingen en gespecialiseerde partners, en op benutten van subsidiemogelijkheden. Syntensadviseur Pieter Diphoorn: "Duurzaamheid is een complex onderwerp waar veel kennis aan te pas komt, je doet het er niet zomaar even bij. Via Syntens kunnen deelnemers gemakkelijk in contact komen met andere pioniers, onderzoekers en specialisten. Dat geeft een vliegwieleffect."

"Cradle Kring Noord" was tot een jaar geleden de werktitel van CODIN. CODIN ontwikkelt zich inmiddels tot een breed netwerk voor alle bedrijven en instellingen die willen bijdragen aan een duurzame economie, het 'peloton'. Het nieuwe Cradlekring Noord spitst zich in dat verband toe op de koplopers, en krijgt daarmee een gidsfunctie in het Noorden en ook voor CODIN. CODIN-projectleider Peter Bootsma: "De totstandkoming van het koppel CODIN en Cradlekring Noord is een belangrijke stap voor duurzame innovatie in de regio. Ieder bedrijf en iedere instelling kan zich nu aansluiten, en voor de echte koplopers is er nu een doorgroei mogelijk naar een eigen platform en een eigen etalage."

De aftrap van Cradlekring Noord vindt plaats op woensdag 3 november, 16:30 bij de “KeiStand” (6203 t/m 6208) op de Promotiedagen in Groningen. Er wordt een samenwerkingsdocument ondertekend en er is gelegenheid om met de deelnemers kennis te maken. Christiaan Teule, adviseur bij de Natuur- en Milieufederatie Drenthe en lid van de CODIN initiatiefgroep: "Als CODIN steunen we dit nieuwe netwerk van harte. Het brengt versnelling in de beweging naar een duurzame economie, en biedt nieuwe mogelijkheden om duurzame ketens in het Noorden in beeld te brengen. Ik noem maar even vezelhennep, dat hier in de regio verbouwd wordt en aan een opmars bezig is als duurzaam bouwmateriaal. Daar zijn meerdere deelnemers van Cradlekring Noord bij betrokken.".

 

Eerste betonketenoverleg in Groningen

Introtekst: 
Bouwmaterialen kunnen duurzamer, om te beginnen beton. Met dit idee zijn donderdag 23 september zeven stad-Groningse partijen om tafel gaan zitten voor het eerste Groningse betonketenoverleg. De eerste actie is gericht op verwerken van sloopbeton in nieuw beton.
Hoofdtekst: 

Beton is na water het meest gebruikte product in de gemeente Groningen. Het lijkt een duurzaam materiaal, maar is dat ook zo? De winning van zand en grind kosten veel energie en gaan ernstig ten koste van het landschap. Bij de fabricage van cement en staal komt zeer veel CO2 vrij, en dan moet het nog getransporteerd worden. Duurzaamheid van beton is daarom een belangrijk onderwerp voor Groningen, dat graag duurzaamste stad wil zijn.

Bij de deelnemers aan het nieuwe betonketenoverleg zitten producenten, afnemers, advieseurs en recycelaars, en verder de gemeente, brancheorganisaties, beroepsonderwijs. Allemaal hebben ze een beleid van duurzaam willen zijn, maar ze hebben ook allemaal een beperkte speelruimte, gedicteerd door de markt, overheidsregelgeving, of budgetten. Met een ketenoverleg kiezen de partijen ervoor om ieder binnen de eigen marges een stapje te maken richting duurzaamheid. Dat wordt onderling goed afgestemd zodat het gezamenlijke effect versterkt wordt en permanent kan zijn. Tenslotte wordt voor de uitvoering een gezamenlijke invoerdatum afgesproken om elkaar niet tegen te werken en de communicatie over de aanpassing te vereenvoudigen.

De eerste actie waarop dit principe wordt toegepast is het vergroten van het marktaandeel van granulaatbeton in de gemeente Groningen. Granulaatbeton is beton waar geen grind in zit, maar in plaats daarvan kleingebroken sloopbeton. Voor de meeste toepassingen maakt dat geen verschil, je ziet het niet, het is even sterk en gaat net zo lang mee. Bovendien zit er een flink milieuvoordeel aan: het vermindert de bergen bouwpuin, het voorkomt dat het landschap verandert in zand- en grindgaten, en het scheelt een heleboel gesleep met materiaal.

In de stad lijkt deze slag gemakkelijk te maken. Recyclingbedrijven als Recycling Maatschappij Groningen en Oosterhof Holman liggen aan het Winschoterdiep, op slechts een steenworpafstand van de Betonmortel Centrale Groningen. Het granulaat dat ze maken kan dus zo naar de buren. De Betonmortel Centrale Groningen heeft op zijn beurt al sinds jaar en dag granulaatbeton in de aanbieding voor de aannemers, het is niet meer dan een druk op de knop. Ook de aannemers zijn best bereid een stukje om te schakelen naar granulaatbeton. Architecten, constructeurs en adviseurs idem, die willen het best in de bestekken zetten. Veel duurder of goedkoper dan 'gewoon' beton is het ook al niet.

Helemaal simpel is het echter niet. Dingen veranderen, dat gaat niet zo hard in de bouw, ook niet als het nieuwe product kwalitatief net zo goed is. En sloopbeton vindt ook nu al een goede toepassing: in de wegenbouw, als fundamentmateriaal onder asfalt en straatstenen. Daar is ook wel ander materiaal voor beschikbaar, maar dat heeft technische bezwaren. Juist hier blijkt de meerwaarde van het nieuwe betonketenoverleg: zonder overleg verandert er niets, en door het overleg ontstaat er nu bij alle partijen belangstelling om te experimenteren en dingen gezamenlijk aan te pakken.

Ketenoverleg van het soort dat nu opstart is een idee van het Contactnet Duurzame Innovatie Noord-Nederland (CODIN). De gemeente Groningen werkt hierin samen met de Kamer van Koophandel, Syntens, de Natuur en Milieufederatie en anderen. Jack van der Palen, stad-Gronings architect en voorzitter van het betonketenoverleg: "Een ketenoverleg kun je uitbreiden als Lego. Op een actie waar de mensen warm van worden stapel je gemakkelijk volgende acties. Verder kun je uitbouwen naar andere gemeenten want beton doen ze overal. Bovendien werkt het idee net zo goed voor meubels, auto's en kleding, het kan in principe met alles. Het is dus een praktische manier om te werken aan een duurzame economie."

Bij de opening van het overleg is Urgenda aanwezig, een landelijke stichting voor duurzame ontwikkeling. Urgenda was afgelopen week in de hele provincie op bezoek bij duurzame projecten. Van der Palen: "Het verhaal van dit initiatief gaat snel rond, we krijgen nu aanmeldingen uit de recyclingsector en van adviesbureaus. Maar er is ook nog een lange weg te gaan. De wil is er maar de praktijk is vaak weerbarstig."

Bij de opening van het betonketenoverleg neemt het gezelschap de proef op de som. Onder toeziend oog van ruim 30 gasten wordt bij BCG van granulaat, zand en cement 9 kuub mortel gemengd en in een betonauto gegoten, bestemd voor een vloer in een bouwproject. Een kruiwagen vol gaat in een gietvorm voor proefstukken. Een eerder uitgehard proefstuk wordt in de pers gedaan en zo zwaar belast dat het bezwijkt. De betonspecialisten zijn tevreden: granulaatbeton ruikt als nieuw en is zo sterk als een huis.

 

Hempflax in zee met Milieufederaties

Introtekst: 
Hennepverwerker Hempflax in Oude Pekela doet mee met het project van de Milieufederaties Groningen en Drenthe om hennepvezels te gebruiken bij de isolatie van huizen in Noord-Nederland.
Hoofdtekst: 

De Milieufederaties zijn daarvoor het project "Hennep to House" begonnen. Hempflax levert nu vezels aan Duitsland voor de productie van isolatiematten voor huizen. Volgens Hempflax zijn er al gesprekken met aannemers in Noord-Nederland om hennepvezels ook hier in de bouw te gebruiken. De hennepverwerker hoopt een bedrijf in het Noorden te strikken, dat de matten dicht bij huis kan produceren.

(Bron: RTV Noord)

 
Socials