Leveranciers, afnemers, hun ketenpartners en hun dienstverleners lopen bij hun inzet voor duurzaamheid tegen kennisvragen aan. Soms is er onderzoek nodig om die vragen te beantwoorden. Het vijfde werkveld betreft daarom onderzoek voor duurzaamheid.

Onderzoeksprojecten die verband houden met duurzaamheidstransitie leveren nieuwe kennis op. Deze kennis kan rechtstreeks inzetbaar zijn bij duurzame innovaties, maar kan ook bevorderend zijn voor ketenprojecten, diensten voor duurzame innovatie en transitieprojecten.

Onderzoek voor duurzaamheidstransitie kan fundamenteel wetenschappelijk zijn, maar ook toepassingsgericht.

Het onderzoek kan binnen een vakgebied liggen:
- micro-biologisch (bijvoorbeeld de afbreekbaarheid van specifieke stoffen);
- technologisch (bijvoorbeeld verbindingstechnologie volgens C2C-principes);
- bedrijfskundig (bijvoorbeeld projectmodellen voor lokale ketenprojecten);
- bestuurskundig (bijvoorbeeld inzet fiscale instrumenten voor duurzame innovatie);
- macro-economisch (bijvoorbeeld modelleren van effecten van grondstofaccijnzen);
- politicologisch (bijvoorbeeld de opkomst van duurzaamheid in partijprogramma’s).

Onderzoek kan ook multidisciplinair zijn, bijvoorbeeld ondersteunend onderzoek bij productontwikkeling bij bedrijven, of beleidsvoorbereidend onderzoek voor een overheid. Ook onderzoeksmethoden kunnen sterk uiteenlopen: desk research, laboratoriumonderzoek, veldonderzoek, enquetes, audits, action research, etc.

Initiatieven voor onderzoeksprojecten komen vaak voort uit kennisinstellingen, maar onderzoek is ook vaak op aanvraag uit bedrijven en instellingen. Ook vanuit CODIN kunnen onderzoeken geinitieerd worden, als zal CODIN doorgaans het opdrachtgeverschap doorschuiven naar een deelnemer.

Voor onderzoeksprojecten zijn doorgaans afhankelijk van externe financiering. Bij de fondswerving Daarbij kan een brede steunbetuiging vanuit een netwerk een doorslaggevende factor zijn.