| Transitieatlas | Niet ingelogd | Nieuw account | Inloggen

De weg naar een duurzame economie loopt langs duurzame innovaties: nieuwe producten en diensten die rekening houden met zowel profit als people en planet, èn met langetermijneffecten. In dit werkveld gaat het om productontwikkelprojecten in alle sectoren van de economie.

Aanbrengen van lichtgewicht sedumdak (een duurzame innovatie van ICOPAL in Hoogkerk) op een bestaande dakconstructie.Ondernemingen voeren vaak ontwikkelprojecten uit om hun productaanbod te vernieuwen. Producten lopen hierbij uiteen van eenmalige investeringen zoals een verkeersplein, een schip of een groot gebouw, via serieproductie en massaproductie zoals woningen en fietsen tot producten uit de procesindustrie zoals karton, zuivel of kunststofvezels. Bij productontwikkelprojecten ligt doorgaans niet alleen het productontwerp op de tekentafel, maar ook het ontwerp van het productieproces in brede zin, inclusief gereedschappen, faciliteiten, logistiek en gebouwen.

Er wordt gesproken van een innovatie als er nieuwe principes of nieuwe technologie aan te pas komt. Er is sprake van duurzame innovatie als er een expliciete doelstelling is om niet alleen economische maar ook sociale en ecologische winst te boeken, en een afname van nadelige maatschappelijke effecten op korte en lange termijn.

Een duurzame innovatie kan een C2C-product opleveren als wordt voldaan aan C2C-criteria. Die criteria betreffen onder andere verliesvrije terugwinbaarheid van technologische grondstoffen en milieuveilige afbreekbaarheid van biologische grondstoffen. Verder zijn er eisen ten aanzien van onder andere grondstofgebruik, arbeidsomstandigheden, energiegebruik, productiefaciliteiten en waterhuishouding. Wordt in voldoende mate aan deze eisen voldaan dan kan het product een C2C-certificaat krijgen.

C2C-certificaten zijn er in oplopende graden van duurzaamheid, zodat er ook voor ‘beginners’ al snel een certificaat binnen bereik is. Voor Nederland worden certificatieaudits verricht door EPEA, het C2C-instituut van Michael Braungart, gevestigd in Hamburg. C2C is een beschermde merknaam en zowel EPEA als merkeigenaar MBDC voeren een actief beleid tegen misbruik. Ook CODIN wil oneigenlijk gebruik van het begrip C2C tegengaan. Aangemelde of zelf geïniteerde projecten worden daarom alleen gelabeld als ‘C2C-initiatief’ en alszodanig in de projectdatabase opgenomen als in de doelstelling staat dat het te ontwikkelen product aan C2C-criteria moet voldoen, of als het expliciete doel is om een significante stap in deze richting te zetten. Een product dat 100% aan C2C-criteria voldoet is dus niet nodig, maar een geloofwaardige stap of een kansrijk experiment richting van C2C wel.

Voorbeelden van industriële duurzame innovaties in Noord-Nederland zijn de kantoormeubelen van VEPA in Hoogeveen, de papiervernietiger van Bluelarix in Bolsward, bitumenrecycling door Icopal in Hoogkerk. Ook in de food- en agroindustrie zijn vele voorbeelden van duurzame innovaties, bijvoorbeeld door toepassing van fair trade grondstoffen, energiebesparing of emissiereducties in het productieproces.

Een duurzame innovatie is in het algemeen een initiatief van een onderneming (bijvoorbeeld een maakbedrijf) of van een samenwerkingsverband waarin een maakbedrijf participeert. De innovatie kan voortkomen uit strategische keuzes, commerciële motieven en/of ideële motieven. Een duurzame innovatie kan winstgevend zijn, maar ook een diepteinvestering.

Meer voorbeelden van onderwerpen voor innovatieprojecten: Transportmiddelen, Gereedschappen, Verpakking, Meubels, Bouwmaterialen, Bouwprojecten, Infrastructuurprojecten, Disposables, Kantoorartikelen, Electronica, Schoonmaakproducten, Cosmetica, Domotica, Boeken en tijdschriften, Speelgoed, Textiel/kleding/schoeisel, Elektrische apparaten, Kunstobjecten, ...

NB. Het toepassen van een elders ontwikkelde duurzame innovatie wordt hier gerekend als duurzaam inkopen, niet als duurzame innovatie.

 
Socials