CODIN is een informeel netwerk voor duurzame innovatie van bedrijven, instellingen en netwerken in Noord-Nederland. Het doel is door betere uitwisseling en samenwerking lokale initiatieven voor een duurzame economie vooruit te helpen en een voedingsbodem te vormen voor nieuwe regionale initiatieven. De ambitie is een sterk en regionaal dekkend netwerk voor duurzame innovatie, een geïnspireerde krachtenbundeling, en daardoor een nieuwe wezenlijke stap naar een duurzaam Noord-Nederland.

Waarom duurzaamheid? De Verenigde Naties en in hun voetspoor vele overheden en organisaties noemen duurzame ontwikkeling als beleidsdoel. Ze bedoelen daarmee een zodanige economische, sociale en ecologische ontwikkeling dat toekomstige generaties gelijke kansen hebben als de onze. Het is een antwoord op grondstofuitputting, milieuvervuiling, klimaatverandering en sociaal onrecht, maar ook een perspectief op een nieuwe economie met groeimogelijkheden voor innovatieve bedrijven.

Waarom een breed en laagdrempelig netwerk? De economie kent vele invloedrijke geledingen: bedrijven, consumenten, onderwijs, media, overheid, netwerken, politiek. Ze werken elkaar tegen zodra één het systeem wil veranderen, vaak onbewust. Bij succesvolle duurzame projecten is dat echter andersom, daar zijn altijd meerdere geledingen bij betrokken. Samenwerking, afstemming en synchronisatie maken het dus mogelijk om patronen te doorbreken. Een breed en laagdrempelig netwerk is een instrument om die samenwerking en volume te ontwikkelen te ontwikkelen.

Waarom regionaal? Regio’s zijn ideale startpunten voor economische innovatie. Intern zijn ze slagvaardig en van alle markten thuis, extern zijn ze goed verbonden met hoofdsteden en Brussel. Regio’s kunnen een status als proefgebied in Europa nastreven en tegelijk individuele bedrijven en instellingen bereiken en stimuleren.

Om deze doelen en ambities van CODIN waar te maken wordt ingezet op:

• Netwerkfaciliteiten. Een netwerk behoeft basisfaciliteiten voor onderling contact, zoals een deelnemersgids, geregelde bijeenkomsten, een coördinator en een website. Door deze faciliteiten kunnen verbindingen tussen projecten ontstaan waardoor business cases rond gemaakt kunnen worden en ketens gesloten kunnen worden. Bijvoorbeeld een samenwerking tussen een bedrijf dat een duurzaam of C2C-product ontwikkelt, ketenpartners die daar een logistiek concept bij ontwikkelen, een overheid die er subsidie voor geeft, regels aanpast en zelf duurzaam inkoopt, netwerken die hun leden oproepen tot duurzaam inkopen, en afnemers of consumenten die een bewuste keuze maken en terugkoppeling geven.
• Gezamenlijke projecten. Gezamenlijke projecten helpen bij opschaling naar grootschalige projecten die effect hebben in de hele regio, of in een industriesector of maatschappelijke sector daarvan. Ook samenwerkingsprojecten met andere regio’s komen dan in beeld.

CODIN is onafhankelijk. Het is een gezamenlijk contactnet, van en voor alle deelnemers aan de Noordelijke economie: bedrijven, instellingen, overheden, semi-overheden, netwerken en huishoudens. Er is geen winstoogmerk, er zijn geen commerciële belangen, en CODIN is geen uitvoeringsorgaan van overheden.

Alle partijen die een rol hebben in de economie en individueel of als collectief invloed kunnen doen gelden op duurzame innovatie, kunnen deelnemen. CODIN kent daarbij een gelaagd deelnamemodel waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen deelnemers en kerngroepleden. Alle bedrijven, instellingen en netwerken in het Noorden kunnen deelnemer worden. Deelname is vooralsnog gratis, en blijft laagdrempelig. Kerngroeplidmaatschap is bedoeld voor organisaties en instellingen die een sector of gebied van de Noord-Nederlandse economie vertegenwoordigen. Dit zijn met name overheden, semi-overheden, de grootste instellingen en bedrijven, en koepelorganisaties. In Noord-Nederland betreft dit ruim 100 organisaties, waaronder de 3 provincies, 5 waterschappen, 68 gemeenten, en circa 10 grotere kennisinstellingen, 10 grotere brancheorganisaties/bedrijvenkoepels en 10 netwerken van professionals. Kerngroepleden benoemen een contactpersoon en dragen bij aan de begroting van CODIN.

Bij de gezamenlijke regionale projecten die CODIN bevordert hoort het ontwikkelen van visies voor een duurzame regionale economie, agenda’s voor onderzoek en transitie, en projectvoorstellen. CODIN stelt hiertoe twee denktanks in: één voor transitie en één voor C2C-innovaties. Dit onderscheid is nodig om focus te ontwikkelen op zowel lange als korte termijn, zowel peleton als koplopers, zowel politiek belangenveld als daadkracht van ondernemers, en zowel maatschappelijke bewustwording als innovatieve techniek. Alle deelnemers in CODIN kunnen vragen en voorstellen bij de denktanks neerleggen. De denktanks kunnen op hun beurt het netwerk consulteren. De denktanks kunnen verder rechtstreeks ondersteuning bieden aan projecten, in de vorm van advies, verwijzing of aanbeveling (bij een financieringsverzoek aan derden). Ook hiervoor kan naar behoefte het netwerk geconsulteerd worden.

Projectinitiatieven ontstaan mede in verband van CODIN maar worden bij voorkeur overgelaten aan deelnemers (of anderen) die aangeven dat het voorgestelde project aansluit bij hun missie, ambitie en mogelijkheden. Initiatiefnemers kunnen het contactnet (laten) consulteren alvorens een projectplan en een subsidieaanvraag vast te stellen. Een positief advies en/of participatie uit het contactnet kan de succeskans van een plan of een subsidieaanvraag vergroten. CODIN fungeert dan als hefboom voor de projecten van haar deelnemers. Het is ook mogelijk om vanuit CODIN gezamenlijke plannen en gezamenlijke subsidieaanvragen voor uiteenlopende regelingen op te stellen, waarbij een van de deelnemers als penvoerder optreedt.

De initiatiefgroep heeft onderzocht of het zinvol zou zijn om naast de bestaande publieke initiatieven in Noord-Nederland een nieuwe vorm van samenwerking voor duurzame innovatie te beginnen. Er is een overzicht samengesteld van publieke regionale initiatieven in Noord-Nederland die raakvlakken hebben met duurzame innovatie. Gekeken is naar de mate waarin deze initiatieven de regionale economie vertegenwoordigen, en naar de breedte van de missie of doelstelling. De conclusie was dat een onafhankelijk contactnet zoals hiervoor geschetst gemakkelijker als nieuwe entiteit kan ontstaan dan als onderdeel van een lopend initiatief.